Dit is hoe ETF's hun index repliceren: Een overzicht van alle replicatiemethoden van ETF's. Het doel is om de index zo nauwkeurig en kosteneffectief mogelijk te repliceren.
Het doel van elke ETF is om de index zo nauwkeurig en kosteneffectief mogelijk te repliceren. Tegelijkertijd ontvangt de ETF-belegger alle inkomsten uit de effecten in de onderliggende index. Daarom neem je met ETF's deel aan dividend- en rentebetalingen.
Er zijn verschillende methoden ontwikkeld om de index te repliceren. De klassieke methode is fysieke replicatie. Als de ETF direct alle effecten van de index bezit, staat dit bekend als volledige replicatie.
Volledige replicatie is echter niet altijd mogelijk. Zo zijn er in de loop der tijd meer procedures voor het repliceren van de index ontstaan. Vooral voor zeer grote, illiquide of internationale marktindices bereiken volledig gerepliceerde ETF's hun grenzen. Brede marktindices worden meestal gerepliceerd door computerondersteunde optimalisatiemethoden waarbij minder effecten dan de oorspronkelijke index nodig zijn voor replicatie (steekproeftrekking).
Dankzij synthetische replicatie kunnen ETF-beleggers in nieuwe markten en beleggingsklassen beleggen. De ETF belegt niet in de onderliggende markten, maar brengt ze alleen in kaart. De ETF houdt een gediversifieerd mandje van liquide effecten aan. Vooral kosten, fiscale overwegingen en de kwaliteit van het volgen leidden tot de ontwikkeling van deze replicatiemethode. Synthetische ETF's kunnen sommige indices efficiënter en beter repliceren via swaps. Activaklassen, zoals grondstoffen en de geldmarkt, werden via swap-ETF's belegbaar gemaakt.
In de volgende tabel worden de verschillende replicatiemethoden vergeleken.
Replicatiemethoden van ETF's in vergelijking
Fysiek
Fysiek (Steekproeftrekking)
Synthetisch
Replicatiemethode
Volledige replicatie
Steekproeftrekking
Swap gebaseerd
Beschrijving
De index wordt 1:1 gerepliceerd
De ETF heeft een selectie
van effecten
De index repliceert de index door gebruik te maken van een financieel derivaat (swap)
Onderliggende waarden
Aandelen, Obligaties
Aandelen, Obligaties
Aandelen, Obligaties, Grondstoffen, Geldmarkt (EONIA etc.), Short- en Hefboomindices
Typische kenmerken
van indexcomponenten
Liquide effecten
Illiquide effecten
Liquide en illiquide effecten, beleggingsbeperkingen (handelsbeperkingen, belastingen), verschillende tijdzones